Het is vandaag 5 mei wat betekent dat het Bevrijdingsdag is. Elk jaar vieren we op deze speciale dag dat Nederland werd bevrijd van de Duitse bezetting, maar de afstand tot de Tweede Wereldoorlog neemt jaarlijks alleen maar toe. Daarnaast zijn er in Nederland steeds meer mensen die (in)direct te maken hebben gehad met recentere oorlogen en die herinneringen weer overdragen aan de volgende generatie. Zo ook bij Yahia (25), wiens ouders in 1992 Somalië ontvluchtten tijdens de Somalische Burgeroorlog. Aan FunX vertelt hij wat voor impact dat had op zijn ouders en uiteindelijk ook op hemzelf.
Mijn ouders zijn in 1992 gevlucht uit Somalië nadat de Somalische Burgeroorlog een jaar eerder uitbrak. Daarvoor waren er al conflicten in het land, maar vanaf 1991 ging het van kwaad tot erger. Nadat de toenmalige president van Somalië het land ontvluchtte, namen de rebellen de hoofdstad Mogadishu over. Daarna besloten mijn ouders te vluchten.
Mijn ouders hebben me vaker verteld hoe het leven in Somalië was voordat de oorlog uitbrak. Ze hadden het prima en het was er toen nog redelijk vredig. Ook konden ze gewoon in hun primaire levensbehoeften voorzien. Dat veranderde echter in aanloop naar de oorlog.
Uit de verhalen die ze me vertelden over de oorlog bleek dat er vooral angst heerste. Zo werden huizen compleet leeggeroofd en vonden er verkrachtingen plaats. In de zoektocht naar een veilige plek besloten veel mensen te schuilen in moskeeën, omdat het daar veiliger zou zijn. Niets bleek minder waar, want ook daar kwamen de milities plunderen. Mijn overgrootmoeder die toen 90 jaar oud was, werd zelfs onder schot gehouden en moest haar bezittingen afstaan.
Daarnaast vertelden mijn ouders dat het destijds gevaarlijk was om het land door te reizen, omdat de milities verschillenden delen van Somalië in handen hadden. Als je bijvoorbeeld uit het zuiden kwam, kon het zomaar zo zijn dat je in het noorden als vijand werd gezien. Vanwege de oorlog was het ook beter om niet met de auto de weg op te gaan, waardoor mijn ouders tijdens het vluchten vooral lopend tientallen kilometers moesten afleggen.
Het eerste land waar ze terechtkwamen was Kenia. Vanuit daar reisden mijn ouders met het vliegtuig naar Egypte en kwamen ze uiteindelijk terecht in Libië, waar ik ben geboren. We vertrokken toen naar Malta. We hadden gelukkig de luxe om met het vliegtuig te reizen, omdat mijn vader connecties had. Velen hebben die luxe niet en proberen per boot Europa te bereiken, wat helaas nog te vaak fout gaat. Vanuit Malta vertrokken we weer naar Italië om vervolgens door te reizen naar Nederland.
Ondanks dat we vluchtelingen waren, heb ik gelukkig wel altijd in normale woningen kunnen wonen in plaats van een asielzoekerscentrum of iets dergelijks. Dat neemt niet weg dat je in de meeste landen wel als buitenlander wordt behandeld. Vooral in Libië werden we behandeld als tweederangsburger en konden we minder aanspraak maken op sociale voorzieningen.
Dat we door de oorlog in Somalië veel moesten reizen heeft er wel enigszins voor gezorgd dat ik mezelf vragen stelde over mijn identiteit. Ben ik Somalisch? Arabisch of Nederlands? Dat zijn vragen die weleens door me heen gingen, maar over het algemeen probeer ik me daar niet zo mee bezig te houden. Ik ben nu eenmaal wie ik ben en wellicht ben ik niet in een hokje te plaatsen, maar dat is verder prima.
Vandaag de dag ben ik vooral blij dat ik de mogelijkheid heb om van mijn vrijheid te genieten. Voor mij gaat vrijheid niet over het hebben van veel geld en van alles kunnen kopen. Vrijheid betekent voor mij vooral dat je in het land waar je woont actief deel mag uitmaken van de samenleving. Dat je geen bezoeker bent, als het ware, maar echt iets mag bijdragen. Dat je stemrecht hebt en je politieke leiders mag kiezen. Dat er democratie is en je niet vervolgd wordt, omdat je het niet eens bent met het handelen van de regering. Dat betekent vrijheid voor mij.”
bron Funx