Informele hulp aan vluchtelingen verdient meer steun: ‘Integratie is niet alleen een taak van de overheid, maar van de hele samenleving’

Informele organisaties die vluchtelingen ondersteunen worden vaak voor lief genomen door de gemeente. D66, GroenLinks en Volt willen dat ze een serieuze plek aan de tafel krijgen. ‘Ongeacht of iemand wel of geen verblijfsstatus krijgt, is het waardevol als diegene gelijk mee mag doen.’
David Hielkema 29 maart 2024, 03:00

karin-arendsen-directeur-van-boost-en-sander-egas-manager
karin-arendsen-directeur-van-boost-en-sander-egas-manager

 

Weinig Nederlandse steden, waarschijnlijk geen enkele, kennen zoveel organisaties die zich inzetten om vluchtelingen bij te staan als Amsterdam. Fietslessen worden aangeboden, in groepjes wordt geoefend met taal en er is hulp bij het zoeken naar (vrijwilligers)werk: de nieuwkomer kan in Amsterdam op veel steun rekenen vanuit allerlei hoeken.

 

Veel van dit werk doen kleine organisaties die niet verbonden zijn aan de gemeente. Vaak leven zij van tijdelijke subsidies, met veel vrijwiligers, en is het onzeker hoe lang ze kunnen bestaan. Vanuit GroenLinks, D66 en Volt komt nu het voorstel: organiseer dit als gemeente beter, zorg voor meer financiële zekerheid en laat de organisaties meepraten over hoe nieuwkomers in de stad ondersteund kunnen worden.

Raadsleden Milka Yemane (GroenLinks), Suleyman Aslami (D66) en Juliet Broersen (Volt) zeggen verbaasd te zijn dat deze ‘informele organisaties’ nog geen formele plek aan tafel hebben bij overleggen met de gemeente. Yemane: “Ze worden beter geholpen als we ze meer financiële zekerheid bieden. De organisaties kunnen dan in alle rust en met vertrouwen hun werk doen en hoeven niet van subsidiepotje naar subsidiepotje te gaan.”

Maanden of jaren in de wachtstand

De raadsleden spraken met een tiental organisaties. Wat ze telkens hoorden: de wachtlijsten voor activiteiten waar vluchtelingen in Amsterdam aan kunnen deelnemen zijn enorm. Het aanbod kan dus zelfs omhoog, zeggen ze bijvoorbeeld bij de organisatie Boost. Die organiseert sinds 2016 dagelijkse lunches voor ontmoetingen, computerlessen, naaicursussen en een wekelijks café voor vrouwen.

En die activiteiten worden druk bezocht, zegt directeur Karin Arendsen. De achterliggende reden: formele instanties als het COA of Vluchtelingenwerk zijn gebonden aan wetgeving en kunnen veel cursussen, waaronder taalles, pas geven als de asielprocedure is afgelopen. Vluchtelingen zitten daarom maanden, zo niet jaren, in de wachtstand totdat ze iets kunnen doen.

Organisaties als Boost vullen dat gat op. Arendsen is blij dat ze ‘erkenning’ krijgt vanuit de gemeente voor het vaak onzichtbare werk dat de organisatie doet. “Hier wordt erkend dat integratie niet alleen een taak is van de overheid, maar van de hele samenleving. Dagelijks zetten ook veel Amsterdammers zich in voor hun nieuwe stadgenoten: we zien hoe waardevol het voor hen is om aan dit maatschappelijke vraagstuk bij te kunnen dragen.”

Sociale veiligheid

In hun voorstel verwijzen de drie raadsleden naar een vorig jaar verschenen onderzoek van de VU en de Refugee Academy. Daaruit blijkt dat informele organisaties een belangrijke rol spelen in de integratie van nieuwkomers. Zo bouwen nieuwkomers een sociaal netwerk op, leren ze de stad beter kennen, begrijpen ze de cultuur van de stad beter, vinden ze uiteindelijk makkelijker werk en zijn ze de taal sneller machtig.

Bij De Regenboog Groep leveren ze al bijna vijftig jaar hulp aan mensen die dat nodig hebben. Manager Sander Egas noemt winst die weleens onderschat wordt: de mentale gezondheid van nieuwkomers gaat erop vooruit. Dat is ook winst voor de sociale veiligheid in de stad. “Ongeacht of iemand wel of geen verblijfsstatus krijgt, is het waardevol voor de persoon zelf, en voor de stad, als diegene gelijk mee mag doen.”

Het voorstel van de raadsleden speelt ook in op de asielcrisis die gaande is in het land. De asielprocedures voor vluchtelingen duren maanden, terwijl Amsterdam verplicht is om de komende jaren meer asielzoekers dan ooit op te vangen. Door de spreidingswet zijn dat er komend jaar zeker vierduizend, maar bij grotere vluchtelingenstromen naar Nederland kan dat aantal nog aanzienlijk oplopen. En dat is nog buiten de Oekraïners die bij deze organisaties ook cursussen volgen.

Niet te veel organisaties

GroenLinks, D66 en Volt stellen dat de samenwerking tussen formele en informele organisaties beter moet in de stad. Daarvoor is het Netwerk Nieuwkomers Amsterdam (NNA) in het leven geroepen. Hier zijn zo’n twintig organisaties bij aangesloten: Amsterdams Buurvrouwen Contact, Daadkr8, Dokters van de Wereld, maar ook overheidsinstanties als het COA en Vluchtelingenwerk Nederland.

De Regenboog Groep en Boost zijn ook aangesloten. Via het netwerk kunnen zij mensen doorsturen naar officiële partijen, bijvoorbeeld voor psychologische ondersteuning of bij huiselijk geweld. “En andersom moeten die organisaties ons ook weten te vinden als informele hulp van belang is,” zegt Egas.

De rechterzijde van de politiek stelt ondertussen andere vragen: zijn er niet te veel organisaties in Amsterdam die werk doen voor vluchtelingen? Moet het aantal niet worden teruggebracht en het werk worden overgelaten aan officiële instanties, die het Rijk al financiert? En moet de gemeente hier nog wel meer geld en subsidies aan besteden?

GroenLinks, D66 en Volt zullen het debat daarover later dit jaar in de gemeenteraad voeren, maar volgens Arendsen zijn er zeker niet te veel organisaties. Arendsen: “De groep nieuwkomers is hyperdivers, dus het aanbod vraagt om diversiteit. We zien elkaar ook niet als concurrenten. Bij Boost zitten taallessen snel vol, gelukkig zijn er dan ook andere organisaties die deze aanbieden.”

Egas wijst erop dat de hele stad hier uiteindelijk van profiteert: “Deze informele organisaties mobiliseren de betrokkenheid van Amsterdammers en zorgen ervoor dat die op een goede manier wordt benut. Dat is enorm waardevol voor de stad.”

Over de auteur: David Hielkema schrijft over de Amsterdamse politiek en is daarnaast gespecialiseerd in onderzoeksverhalen. Tips of reageren? d.hielkema@parool.nl

Share this event